- genegen
- {{genegen}}{{/term}}1 [bereid] willing ⇒ prepared2 [welwillend] well-/favourably-disposed ⇒ sympathetic♦voorbeelden:1 hij is tot medewerking genegen • he is willing to cooperate2 iemand (niet) genegen zijn • (not) be favourably disposed towards someone
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.